CIM verspreiding 2023: overgang en contrasten in de dagblagpers
De verklaarde verspreidingsgegevens van uitgevers van persmerken zijn zojuist gepubliceerd door het CIM. De declaratieve informatie van uitgevers zal dit najaar worden geauditeerd. Ze voegen zich dan bij de status van de naar behoren echtverklaarde gegevens uit het verleden.
Uit deze informatie trekken we vier lessen. De dagbladpers bevindt zich in een fase van transformatie. Hybride leesgedrag met een combinatie van print en digitaal lijkt in volle ontwikkeling te zijn. Maar om eerlijk te zijn, lijkt het beter leesbaar in het noorden van België.
1 : de lange termijn werkt anders
De algemene evolutie van de dagelijkse persverkoop wordt hieronder samengevat, rekening houdend met alle gerapporteerde modaliteiten. Ter herinnering: de CIM-opvolging van de persverspreiding - voorheen driemaandelijks - omvat al lang (2008) betaalde digitale exemplaren "vergelijkbaar met papier", wat bekend staat als "replica". Vervolgens omvatten de oplagegegevens (2020) "betaalde toegang tot de site die niet gekoppeld is aan de digitale of gedrukte editie", die wordt aangeduid als "Web only". 2022 bracht nog een innovatie: een nieuwe hybride categorie, genaamd "Alternate", die nu abonnementen omvat die afwisselend papieren en digitale "replica"-exemplaren omvatten. In plaats van de verschillende exemplaren toe te wijzen aan elk van de twee distributiemethoden, papier versus replica's, naar rato van het aantal betrokken dagen, zoals tot dan toe was gebeurd, hoefden uitgevers niet langer onderscheid te maken tussen de verschillende platforms voor gecombineerde abonnementen. Als gevolg hiervan was het onmogelijk om een analyse uit te voeren die strikt onderscheid maakt tussen papieren en digitale edities, ongeacht het platform.
Dit globale beeld geeft ons een quasi-stabiliteit van de betaalde verspreiding in Vlaanderen, maar een minder gunstige evolutie in het Zuiden, na een opleving in (vooral) 2020 en 2021. De COVID-crisis lijkt goed en wel voorbij: het had de Franstalige dagbladpers in staat gesteld zich licht te herstellen, maar het effect duurde niet lang.
2 : in 2023, gemiddelden minder betekenisvol dan ooit
Wat de totale gegevens betreft, biedt de meest recente beschikbare informatie een contrast tussen het noorden, dat licht is gestegen (minder dan 1%), en het zuiden, dat is gedaald tot bijna -6%. Maar deze gemiddelden houden geen rekening met de soms enorme verschillen, vooral in het Franstalige deel, waar de veranderingen variëren van -12% (DH) tot +7% (l'Echo), maar met veel gegevens in het rood. De opleving die ten tijde van de COVID-crisis ten goede kwam aan bepaalde titels zoals Le Soir of La Libre, lijkt helaas voorbij te zijn. Alleen de Echo handhaafde een positief traject gedurende de bestudeerde periode.
Aan Nederlandstalige kant zijn de verschillen tussen 2023 en 2022 beperkter, maar ook evenwichtiger tussen stijgingen en dalingen. Op langere termijn lijken in Vlaanderen de zogenaamde "quality papers", De Morgen, De Standard en De Tijd, een trend te vertonen die gedeeld wordt met Het Laatste Nieuws, waarvan het traject ook positief is wanneer het wordt geprojecteerd over de laatste 5-6 jaar.
3 : papieren edities nog dominant…
... maar ze verliezen terrein. Het strikt gedrukte gedeelte vertoont een algemene daling van meer dan 8% in volume. Sterker nog, lezers lijken zich vaak te wenden tot hybride formaten, zoals digitale edities op weekdagen en papieren kranten - vaak zeer overvloedig - in het weekend.
Gezien de quasi-zekere stijging van de kosten voor de distributie van papieren exemplaren, zal deze trend naar hybride abonnementen de komende jaren waarschijnlijk toenemen. "Print only" is nog steeds goed voor ongeveer 57% van de totale verkoop, een bepaald aandeel onder hybride verkopen niet meegerekend, maar we bevinden ons ver in een tijdperk van verschuivingen
4 : ook contrast bij digitale informatie
De Brand Reports van CIM rapporteren ook wereldwijde statistieken over online verkeer naar de apps en websites van de verschillende titels. Het is belangrijk op te merken dat we het hebben over alle online toegang, of deze nu betaald is of niet.
In het noorden toont het gedeelte 'website' een contrast tussen twee goede jaren, 2019 en 2020, en de nasleep waarin het volume lijkt te zijn teruggekeerd naar de waarden van het afgelopen decennium.
En dan hebben we het nog niet eens over de evolutie van het gebruik van applicaties. Hier rapporteert het CIM verschillende definities: we hebben het over unieke browsers tot en met 2018, en daarna schattingen van echte gebruikers. We kunnen hier spreken van een vrij aanhoudende groei: Nederlandstalige lezers lijken in sommige gevallen de applicatieomgeving te verkiezen boven die van het web, zonder deze laatste echter te verlaten.
Dit staat in schril contrast met de Franstalige kant. In 2023 zijn er bijna 50% meer dagelijkse gebruikers dan in 2018, maar het COVID-haakje, dat had geleid tot een recordaantal dagelijkse bezoekers, is goed en wel voorbij.
Een ander contrast is er tussen de magere resultaten van de apps van Franstalige titels en die van flamboyante Vlaamse kranten. Sommige Franstalige kranten, zoals La DH of La Libre, zijn niet opgenomen in de apps, waarschijnlijk om technische redenen. Het is jammer en vreemd, want deze beroemde toepassingen lijken nogal succesvol te zijn in het noorden van België.
Conclusie: twee kanten aan de transitie
Hybridisatie is aan de gang. Het verdwijnen van papieren dagbladen is zeker niet voor morgen, maar het is waarschijnlijk dat de quasi-zekere stijging van de kosten voor het verspreiden van deze exemplaren hen in de nabije toekomst niet ten goede zal komen. Digitale edities spelen nu een cruciale rol, hetzij via hybride abonnementen, hetzij solo. In dit opzicht kan men alleen maar verbaasd zijn over de zwakke prestaties en het verspreide karakter van de gegevens met betrekking tot de applicaties van Franstalige kranten. Het is nogal vreemd om zo'n groeihefboom voor Vlaamse kranten zo onderontwikkeld te zien bij uitgevers in het zuiden van het land. Dit is een van de elementen van het sterke contrast tussen de twee dagpersmarkten in België.